Stotteren en Broddelen

Bij stotteren en broddelen gaat het om verstoringen in de vloeiendheid, het ritme en de melodie van de spraak. Bij stotteren horen we o.a. haperingen, herhalingen, verlengingen en er kunnen zelfs blokkeringen optreden. Spreken kan met veel spanning gepaard gaan. Bij broddelen is het vaak de snelheid, klanken worden niet of slechts gedeeltelijk uitgesproken, of zelfs weggelaten.

Wanneer iemand die stottert zich concentreert op spreken, worden de klachten erger. Wanneer iemand die broddelt dat doet, wordt de spraak meestal beter.Bij beiden zien we dat de manier waarop spraak en taal in de hersenen verwerkt worden daar een belangrijke rol bij spelen. We zien op de praktijk dat mensen met deze problemen zich eigenlijk allemaal herkennen in beelddenken.

Beelddenken is een naam die de logopediste Maria Krabbe vorige eeuw verzon voor een manier van informatieverwerking, die niet talig is, maar een verzameling van zintuigindrukken, die innerlijke ‘beelden’ vormen. Misschien herkent u dat, als ik u vraag om te vertellen wat u tijdens uw laatste vakantie hebt meegemaakt. Regelmatig vertellen mensen dan dat ze het allemaal weer zo voor zich zien, alsof ze er weer helemaal zijn. Dát is beelddenken.

Elk kind begint het leven beelddenkend. Het kind heeft immers geen woorden voor de dingen die het via de zintuigen waarneemt. Dat leert het pas later. En wat blijkt is, dat sommigen dan ook talig gaan dénken en anderen tóch primair in zintuigbeleving of ‘beelden’ blijven denken. Deze kinderen kunnen in de loop van hun leven moeite met de spraak-taal verwerking  krijgen.

Voor meer informatie download pdf.